De afgelopen decennia hebben vooral de grote ondernemingen flinke stappen gezet in het integreren van maatschappelijke, Environmental/Social/Governance (ESG) of duurzaamheidsinformatie in hun reguliere jaarverslagen. Waar dit soort niet-financiële informatie oorspronkelijk nog in afzonderlijke jaarverslagen naar voren kwam, kunnen we nu constateren, dat veel grote ondernemingen duurzaamheid in hun strategie integreren en daar ook dienovereenkomstig ‘geïntegreerd’ rapporteren. In relatie tot die ontwikkeling is er een wirwar aan richtlijnen en benchmarks gegroeid, die bedrijven gidsen in hoe hieraan invulling te geven. Hoewel deels op elkaar afgestemd, leggen deze richtlijnen soms net weer andere accenten, met als gevolg dat het gemiddelde jaarverslag dikker en dikker wordt, waarmee de kernboodschap voor de lezer ondergesneeuwd dreigt te raken. En minstens zo belangrijk: dat onbedoeld de duurzaamheidinspanningen van de onderneming vooral verworden tot een groeiend circus van duurzaamheidbureaucratie. Wij merken soms bij onze klanten dat dit het draagvlak voor maatschappelijke progressie en duurzaamheidfocus binnen de onderneming juist ondermijnt. Er kan een gevoel ontstaan dat het vooral voor de bühne is en niet per se van strategisch belang. Dat zou niet zo moeten zijn; zo schieten de richtlijnen hun doel voorbij en wordt het voor de stakeholder steeds moeilijker zich een beeld te vormen van de (maatschappelijke) prestaties van de onderneming.
Om dit te voorkomen, werken wij vanuit het Core, Bore & More principe. Die benadering is feitelijk vrij simpel. In essentie betekent dit dat we een splitsing maken tussen de informatie die essentieel is om de strategie, de prestaties en de lange termijn waardecreatie van een onderneming te begrijpen (‘Core’). Dit is het primaire verslag waarin de onderneming haar eigen verhaal vertelt. Daarnaast staat dan het jaarverslag dat uiteraard volledig voldoet aan wettelijke vereisten en de richtlijnen voor de jaarverslaggeving (‘Bore’). Vaak is dit verslag formeler van toon; de nadruk ligt op de jaarrekening en de verplichte toelichting daarop. Dit formele jaarverslag (conform BW2, titel 9) draagt veel compliance-elementen in zich (zoals bijvoorbeeld de corporate governance paragraaf). Niet altijd even spannend om te lezen; de reden dat we dit schertsend als ‘Bore’ typeren. Daarmee is nadrukkelijk niet gezegd dat het Bore-rapport niet waardevol is. Voor specifieke lezers en analisten bevat het essentiële informatie. Bovendien vangt het Bore-rapport verplichte informatie af die daardoor niet meer in het Core-rapport hoeft te worden verweven.
Naast ‘Core’ en ‘Bore’ kunnen verschillende More-rapporten bestaan. Enerzijds kan het gaan om meer gedetailleerde informatie ter verdieping van het Core-rapport. Denk hierbij bijvoorbeeld aan Human Rights Reports, SDG Progress Reports, toelichting op Science Based Targets, etc. Anderzijds bevatten More-rapporten verplichte informatie die vanuit het volledigheidsperspectief van de richtlijnen vereist is, maar niet de kernboodschap van het bedrijf bevatten. Dat voelt soms een beetje als corvée. Denk daarbij aan allerlei ‘statische’ informatie; onderwerpen die weliswaar vanuit bepaalde richtlijnen gevraagd worden maar die over de jaren heen niet wezenlijk verschillen. Bijvoorbeeld: hoe bedrijven hun stakeholderdialoog hebben georganiseerd of hoe ze hun materiële thema’s bepaald hebben. Maar ook kan gedacht worden aan de wijze waarop sturing op duurzaamheid is georganiseerd: in GRI-jargon, de disclosures on management approach. Het Core-rapport richt zich op de dynamische informatie over het verslagjaar: Hoe is de onderneming in staat waarde te creëren, ook op lange termijn? Welke specifieke stappen heeft het bedrijf gezet in het afgelopen jaar? En waar heeft dat toe geleid? Daarbij kan verwezen worden naar More-rapporten. Veel informatie die door richtlijnen en benchmarks wordt gevraagd kan in separate tabellen (bijvoorbeeld een GRI-tabel of non-financial performance tabel) zijn plek vinden. Daarmee kunnen More-rapporten dus ook als bijlagen gezien worden, waarmee kan worden voldaan aan de groeiende informatiebehoefte van benchmarks en ‘rating agencies’.
Core, Bore en More. We gaan dus weer terug naar verschillende boekjes en pdf’s? Is het dan nog wel geïntegreerde verslaggeving? Die vraag wordt vaak gesteld en het antwoord is simpelweg ‘ja’. Geïntegreerde verslaggeving gaat om het rapporteren over het toekomstperspectief en de lange termijn waardecreatie van de onderneming in de context van marktontwikkelingen en in relatie tot de gekozen strategie. Een heldere toelichting op het bedrijfsmodel in de vorm van een samenhangend en bondig Core-rapport stelt de onderneming juist in staat om geïntegreerd te rapporten over financiële en niet-financiële ‘waardedrijvers’.
Zo kan een voedingsmiddelenbedrijf zicht geven hoe het bijdraagt aan de transitie naar een duurzaam landbouwsysteem of aan het oplossen van honger. Of een logistieke dienstverlener kan aangeven in hoeverre zij erin slaagt energiereductie te realiseren en of het bedrijf evenredig bijdraagt aan het behalen van de Parijs-doelstellingen. Voor een uitzendbureau kan het gaan over hoeveel mensen de onderneming voorzien heeft van betekenisvol werk. Vroeger zouden we dat typische duurzaamheidsinformatie hebben genoemd; vandaag begrijpen we dat dit strategische vraagstukken zijn die van belang zijn voor het voortbestaan van de onderneming. Door zich toe te spitsen op die onderwerpen waar de onderneming vanuit haar kerncompetenties het verschil kan en moet maken, wordt de kernboodschap van de onderneming, inclusief de bereikte voortgang, veel beter voor het voetlicht gebracht
Zo gaat goed geïntegreerde jaarverslaglegging weer terug naar de essentie: het informeren van stakeholders over de wezenlijke maatschappelijke onderwerpen van dat bedrijf. Het gaat er niet om de richtlijnen te behagen, maar om stakeholders op een toegankelijke manier in staat te stellen de onderneming op zijn (maatschappelijke) waarde en merites te beoordelen en te waarderen. Daarmee komt er binnen de onderneming ook weer ruimte en energie vrij om inspanningen te richten op duurzaamheidprogressie in plaats van duurzaamheidbureaucratie. En dat komt zowel het bedrijf als de samenleving ten goede. Dan kunnen we echt spreken over meervoudige waardecreatie!